zondag 13 augustus 2017

Strijken



Vakantie.
    Heerlijk! Een hele vakantie niet afwassen en strijken, dat doen de mannen maar.

Vakantie.
    Je kent het wel, kleding dat eerder netjes (en met één oog kijkend naar een serie) wordt gevouwen of gestreken, ontmoet een uur later een stapeltje in de kast of vindt een plekje aan het kledingrek. Om een paar dagen laten opgepropt te worden in een koffer. Garantie voor kreukels to be.

Liever laad ik de hele kledingkast in de auto (weg met het welk-jurkje-kan-wel-en-welk-jurkje-gaat-niet-mee keuzeprobleem), maar de auto bleek niet groot genoeg. Vandaar de koffers, wat mijn werk zo nutteloos maakt. Eens zo strak nu de kronkels.

Ik vraag me zomaar ineens af waarom ik steeds in die draaimolen stap van wassen, ophangen, afhalen, strijken, vouwen en opbergen en dat wekelijks in rewind. Als ik vanaf nu alles ophang en laat bungelen tot het nodig is, worden er direct wat tussenstops uitgelast. Alles netjes op kleur in de kast is ineens niet meer belangrijk. De gewonnen vrije tijd wel.

Vakantie.
    De kasten worden verruild voor koffers. Even slikken om een dag later gewend te zijn aan de koffers. Gelukkig is de auto ook één grote rode koffer; heel handig voor alle buiten- en zwembadspul, alle schoeisel en onnodige regenkleding.

Een paar dagen later totaly into kamperen, stapt Benjamin de tent binnen en stoort me tijdens het omdraaien van de kipfilets. In zijn blote bast staat hij naast me met een t-shirt in zijn handen.
    ‘Mam…’
    ‘Wacht even, waar is mijn zonnebril?’ Ik houd mijn handen voor mijn ogen.
    ‘Daar,op het kastje,’ wijst zoonlief, ‘maar hoezo heb jij die nodig?’
    ‘Kijk naar jouw buik!’
    ‘Wat is daarmee?’
    ‘Die is akelig wit, het doet pijn aan mijn ogen. Trek gauw dat t-shirt aan.’
    ‘Deze?’, hij houdt het voor mijn neus omhoog, ‘die trek ik echt niet aan, het is een totale verfrommeling. Ik schaam me een rimpel. Kan jij ‘m niet even strijken?’
    ‘Tuurlijk! Pak jij even de strijkplank en –bout, dan doe ik het gelijk even,’ en snijd de komkommer ondertussen in plakjes.
    ‘Heb je die bij je dan?’
    ‘Nee, natuurlijk niet! En als ik ze al mee had, dan zou bij het inpluggen van de stekker in één klap de hele camping zonder stroom komen te staan. Iets met elektrische apparaten en teveel stroom dat het lust. Iets met ampère’s en watjes. Oh nee, wel ampère’s, ik ben het watje dat het maar niet wil begrijpen. Waar jij examen deed in Natuurkunde liet ik het zo snel mogelijk vallen. Dat leek me beter dan mezelf te laten vallen.’
    ‘En nu, wat doe ik zonder strijkspullen?’
    ‘Niets, tenzij je de opblaasbare versies ervan kan vinden? Ik zeg: trek gewoon dat shirt aan, pet en zonnebril erbij op en wegwezen.’
    ‘Waarom die pet en bril?’
    ‘Dan herkent niemand je. En nu de tent uit, ik moet tafel dekken.’

Marcel stapt de tent in.
    ‘Wat moet er gestreken worden?’
    ‘Benjamin zit met een verfrommeld shirt en dacht dat ik die wel even kon strijken!’
    ‘Het idee, je hebt vakantie!’ Manlief staat op, kijkt vluchtig de tent in, loopt om de tent, rommelt in de dissel en komt met lege handen terug. Volgens mij ruikt hij de oplossing, maar zoekt waar de lucht vandaag komt.

Ineens ruikt hij het en doet Benjamin en mij stomen van nieuwsgierigheid.
    ‘Benjamin pak jij even de theedoek?’ Manlief schuift alles wat ik even eerder netjes gedekt had bijna van tafel. Legt het t-shirt netjes uitgevouwen op de campingtafel en strijkt ‘m met zijn handen plat.
    ‘Pap, de vouwen worden echt niet minder hoor.’ Benjamin wil het shirt terug pakken, maar Marcel duwt zijn hand weg.
    ‘Nee, ik moet ‘m nog strijken!’
    ‘Wat was dat vegen met je hand dan?’
    ‘Voorstrijken.’ Klinkt meneer-ik-heb-nog-nooit-een-strijkbout-aangeraakt en klinkt bijna als de prof. Ik brand van verwachting, zou er werkverlichting voor mij in zitten?

Marcel pakt de theedoek van Benjamin aan, legt die op het t-shirt en pakt de pan die ik even eerder op tafel zette om daarmee over theedoek en t-shirt te schuiven. Dat alles onder Benjamins blik. Hij kijkt alsof hij nu zeker weet dat zijn vader compleet verkookt is!
    Tot het theedoek opgetild wordt. Kreukvrij is het niet, maar stukken beter, dat moet Benjamin toegeven.
    Weer iets opgelost. Ik verheug me op ons volgend kampeerprobleem. Geef het een week!