zondag 25 juni 2017

Drieluik

Zonder van te voren te beseffen waar ik aan begon, vormt zich met deze blog een drieluik. Weliswaar onderbroken door een (kano)uitstapje, maar vooral een vervolg op mijn blogs COOLBLUE en CONFETTI. Heb je die nog niet gelezen, dan zou ik dat eerst even doen.
    Bedenk vooral dat deze drieluik de schuld is van COOLBLUE, dus als je er genoeg van hebt, verwijs ik je naar hen. Stuur ze een bericht, dat deed ik ook.

Ik deelde mijn blog met hen. Dat doe ik altijd als ik een bedrijf noem in mijn schrijfsels. Het heeft geleid tot leuke en verrassende reacties. Zo kreeg ik een jaar of twee geleden twee gratis doosjes Dolce Gusto koffiecups als dank voor een blog over de Mini-Me koffiemachine.
    Mijn blog over de FIAT 5ooHEMEL werd goed onthaald bij Fiat, maar bleek net niet goed genoeg voor een FIAT 5oo op de stoep.

Nu deelde ik mijn blog met COOLBLUE en wachtte af. Hun reactie kwam snel en bleek verrassend. Lees gerust even mee:


Ik deelde ons e-mailadres en kreeg opnieuw een reactie:



Ik besefte dat ik maar beter weer in COOLBLUE therapie kon gaan en zette hun wachtmuziekje aan. Ik was eindelijk het deuntje kwijt, maar oké. Ook dat vergat ik snel weer, want had maar één doel voor ogen: confetti maken. Gekleurd papier, de perforator en mijn plek aan tafel had ik snel gevonden.

Tijdens het maken van confetti vroeg ik me het een en ander af. Wat zal de bezorger denken? Zullen ze hem toegefluisterd hebben wat er komen gaat? Heeft hij, misschien wel zij, dit al eens meegemaakt? KRAAAAK, daar ging weer een strook papier door de perforator.  Zal ik het filmen?

Ja, ik ga het filmen! Wat weer nieuwe vragen opriep: wil hij wel gefilmd worden? De kinderen mogen dan wel thuis zijn, als de pipo-in-blauw-oranje-pakkie vroeg komt, zijn zij niet wakker. Dan moet ik de deur openen, confetti strooien en filmen tegelijk. Dat is een onuitvoerbare uitdaging, want ik kan al geen twee dingen tegelijk, laat staan drie! Hoe voer ik alles uit?

Niet veel later ontving Marcel een email.
    ‘Irene, heb jij iets besteld bij Coolblue?’
    ‘Nee, hoezo?’
    ‘Ze komen morgen iets bezorgen.’
    ‘Morgen? Dan moet ik zorgen dat ik thuis blijf.’

De volgende dag stond ik te popelen. Ik vond het zelfs spannend. Stel dat de bezorger niet zit te wachten op een kleurenregen? Wat als hij boos wordt? Stel…
    Niks stel, ik doe dit gewoon, voor een lach op ieders dag!

Toen klonk de deurbel… Kijk zelf maar wat er volgde en lees daarna mijn blog verder uit.


Het was dus geen verrassing. Er was één dingetje: in de mail stond vermeld wat in het pakje zat. Die mail moesten ze wel versturen, want het bezorgtijdstip werd erop vermeld. Dat was niet onbelangrijk, want het zou toch jammer zijn als ik met confetti bleef zitten!
    Het ging dan ook niet om het pakje, het ging om de bezorger en de verrassing voor hem.

Uiteindelijk bleef ik zitten met een stoep vol confetti, hopend dat de bezorger later die dag bij het uitkleden nog wat confetti terug zou vinden. Ik gun hem wel een kleurig aandenken.
    Aan mij om de stoep weer confettivrij te maken en weet maar één goede (vooral makkelijke) manier te bedenken: stofzuigen!
    Amper de stofzuiger aan, komt de buurman aanrijden op zijn fiets. Hij knippert met zijn ogen. Wrijft er even in als wil hij zeker zijn dat hij het goed ziet. Wie stofzuigt dan ook haar stoep?
    Ik! En ik lach!
    Nu weet hij zeker, dat ik niet spoor. Maar dat maakt mij niet uit, dat wist ik toch allang.


zondag 18 juni 2017

Goesting



   ‘Maken we onze lunch thuis klaar of gaan we langs de Appie?’
   ‘Dat laatste is de lekkerste optie.’
   ‘Ik heb toch altijd goede ideeën!’
   ‘Ja, schatje, maar mijn idee dan: voorzie jij de fietsbanden eens van extra lucht. Dan ben jij niet alleen van de beste ideeën, maar ook de beste klusser!’ Ik hou de serredeur al open. ‘Ik zorg ondertussen voor gevulde drinkflesjes en was twee appeltjes.’ De picknicktas is snel gevuld, tijd om te gaan.

Nu het buiten-leef-seizoen zich to the fullest laat zien, laten wij ons daar zien. Met ons twee, want de kindertjes, die eigenlijk geen kindertjes meer zijn, gaan steeds vaker hun eigen weg. Zo ook vandaag, met hun houding van jullie-zien-ons-wel-weer.
   Alle reden voor ons om onze weg te gaan, de waterweg. We gaan kanoën!

Eerst de fiets op! Picknickkleed en -tas, extra vestje en schoudertas mee en op naar de Appie. Ons wacht salades, sap en een broodje.
   Salade is natuurlijk geen verrassing. Daar schreef ik vaker over. Nieuw is mijn keus om eens een andere salade te kiezen. Ik ga vaak (zeg maar gerust altijd) voor de Ceasar Salade, maar vandaag kijkt de Kip Kebab me kruidig aan. Marcel kiest zijn smaak en als sapje de banaan-sinaasappelsap. Nog alleen een vers broodje en hupsakee in de fietstassen ermee. Op naar de gratis fietsenstalling.

Vervolgens lopen we een klein stukje en komen uit bij onze gereserveerde tweepersoonskano. Dat vooruitboeken was niet gek, want ze voorspellen opkomende waterdrukte en zijn uitverhuurd.
   ‘Het is dan ook een perfect dag om op het water te peddelen. Kom Marcel zwemvest aan, we gaan!’
   ‘Zwemvest?  Die mag jij, ik neem de peddel.’
   ‘Goed plan,’ is mijn reactie en sla de toegestoken peddel af. ‘Bedankt meneer, maar ik mag niet peddelen van meneer.’ Hij kijkt Marcel aan met ogen die zeggen: meent ze dit?
   ‘Je hebt mevrouw gehoord, één peddel is voldoende.’ Uitleggen dat kanoën voor mijn schouders zeer slecht is, vinden wij niet nodig. Maar hé, welke man wil niet de bink uithangen?

Al snel genieten we met natte peddels van samen-zijn, prachtig weer, mooie huizen aan de singels, boten die langs varen, jonge eendenkuikens die achter mama-eend aan spartelen, een reiger, oude gebouwen, de achterkant van Centraal Museum en zoveel meer tot we aankomen op een prachtige lunchplek.

De salades, het broodje en ons drinken komen tevoorschijn. We trekken de plastic bovenkant van de salades. Ik kijk verschrikt op:
   ‘Ik ben bestek vergeten.’
   ‘Waarom doet Albert Heijn dan ook geen bestek bij de salades? We zijn toch niet de enigen die dit onderweg oppeuzelen? Flut plastic spul is altijd nog beter dan geen vork of mes.’

Ik bekijk de mogelijkheden. Met de dop van de sapfles komen we niet ver. Bedenkelijk kijk ik om me heen.
   ‘Wat is dat voor gebouw?’
   ‘Dat weet Google Maps misschien wel.’ Marcel checkt de kaart. ‘Dat is GOESTING, een restaurant. Ik kijk gelijk even of hier een supermarkt in de buurt is.’ Het blijft even stil.
   ‘Op 650 meter is een Jumbo.’
   ‘Zo te zien is dat die kant op, tot zo,’ zwaai ik hem uit. Wetend dat hij heus niet gaat. Ik kijk nog eens naar GOESTING.

   ‘Wat doen mensen in een restaurant?’
   ‘Eten.’
   ‘Waar eten ze mee?’
   ‘Met hun handen.’
   ‘Nee, natuurlijk niet. Ja, indirect wel, maar wat hebben ze in hun handen? Bestek!’ Dit is even een eurekamomentje, tot ik vraag:
   ‘En wie gaat dat bestek halen?’
   ‘Ik niet!’
   ‘Ja, ik ook niet. Dit schiet niet op.’ Weer valt mijn oog op GOESTING. Zal ik het doen? Zal ik het niet doen? Wat zullen ze wel niet denken? Maar mijn salade dan? Marcel gaat dit echt niet doen. Als iemand het moet doen, ben ik het. Al zoveel geks gedaan, kan dit erbij?

Meer heb ik niet nodig. Ik zie de salade in mijn handen. Deze plek aan het water is super gezellig. Ik zal die salade hier naar binnen krijgen. De sandalen moeten weer aan, ik sta op.
   ‘Ga je echt?’
   ‘Ja, ik heb al eerder vandaag appels gewassen, deze krijg ik ook wel schoon.’ Maar loop met een pietsie meer dan ietsie verlegenheid vermengd met een snufje lef richting terras. Ik voel me vreselijk bekeken, maar loop zogenaamd zelfverzekerd naar binnen, naar de man recht voor me. Hij merkt me op, kijkt me allervriendelijkst aan. Mijn laatste milligrammetje schuchterheid lijkt weg te varen, waardoor ik zomaar ineens vertel over onze kanotocht, de heerlijke pauzeplek om de hoek en onze lekkere maar bestekloze salade. Hij begrijpt ‘m en overhandigt me al gauw twee messen en vorken.

Bij het terugbrengen van het bestek klinkt:
   ‘Heeft de salade gesmaakt?’
   ‘Meneer, dankzij dit bestek smaakte het alsof een engeltje over mijn tong kanode.Over goesting gesproken.'
    Maar onder ons geschreven, wat het grandioos lekker maakte was de dressing van overwonnen verlegenheid.









zondag 11 juni 2017

Ruimtevaartplaatjes



De actie is bijna afgelopen. Vandaag kunnen we de laatste ruimtevaartplaatjes innen bij onze vriend Albert Heijn. Tenzij hij je vriend niet is, dan spaar je misschien juist voor Minions kaartjes. Als iemand die over heeft, hou ik mijn buurvrouw aanbevolen. Zij spaart ze.

Ik beken hier ruimtelijk: ik spaar de Ruimtevaartkaartjes.
    Wat zeg je? Zijn mijn kinderen daar te groot voor? Ik ook!
    Dat is een waarheid als Jupiter.

Tot Celine één keer meeging naar Appie. Ze zag de kaartjes toen de kassière ze mij aanbood en griste ze voor mij neus uit haar hand.
    Ik was verbouwereerd, de kassière ook.
    Ten eerste: wie spaart hier die kaartjes? Zij wist niet eens van het bestaan van deze actie. Ten tweede: de kassière (ik noem haar voor het gemak Sylvia) kent mij en kent Celine. Ze zal wel denken: is dit de leuke dochter waar Irene over schrijft?
    Sylvia is net als een paar andere vrienden een trouwe lezer van mijn blog. De lieverd, weet zoveel over mij.

Waarschijnlijk dacht zij bij het grissen van dochterlief: hoe oud ben jij eigenlijk dat jij die kaartjes zo graag wil? Of vraagt zich onderhand af waarom ik ze eigenlijk spaar? Want ik heb toch zulke grote kinderen, die doen er toch niets meer mee? Zo denken er meer.
    Daarom beken ik: ik spaar ze voor mijn kleinkinderen.

Nee, die heb ik niet en krijg ik (hopelijk) voorlopig ook niet, maar wel heb ik de kleinkindertjegarantie middels een contract. Meer daarover is alleen bekend bij de eigenaars van mijn boek. Het gaat over een heerlijke blog ontstaan bij onze patatzaak met een onverwacht aandoenlijke figurant.
    Het is inmiddels drie jaar oud, nee niet die figurant, mijn boek!

Zo weet je nu, ik spaar alvast voor mijn kleinkinderen. Hoeveel dat er worden? Geen idee. Waar ik garantie heb bij het ene kind, zegt het andere glashard:
    ‘Ik wil geen kinderen!’ Als je ziet hoe hij naar kleine kwekkers kijkt! Misschien vind of vond hij zichzelf zo vervelend als kind? Hij is natuurlijk zijn eigen grootste voorbeeld van kind-zijn en als dat tegenvalt, ja, dan wil je geen kinderen.
    Ik wilde ze wel, want wil kleinkinderen. Kom maar op, met die Ruimtevaartkaartjes.

Leuke bijkomstigheid is de ruilhandel.
    Ik had al snel een goede deal met mijn buurvrouw. Zij koopt niet bij Appie, maar had al snel meer kaartjes dan ik en wilde graag delen. Korte lijnen, daar hou ik van.
    Uiteindelijk had zij de buit binnen en ben ik me gaan storten op de zoek-en-vinders op het grote deelbook. Wat een platform is facebook dan weer. In een uur of twee tijd lijkt het erop dat ik mijn boek vol heb en help ik zelfs vrienden  van vrienden aan kaartjes. Feestig hè?
    
Nog een paar kaartjes wachten me: dinsdagavond zie ik mijn vriendin, zij heeft mijn laatste twee kaartjes op zak. Via dochterlief krijg ik zondag een envelop met een paar kaartjes erin. Een andere vriendin neemt dinsdag wat kaartjes mee en vandaag viel er post op de mat.
    Wat volgt? Een laatste beslissende check om te zien of ik alles heb.

Wat blijft? Een flinke stapel overige kaartjes. Die kreeg ik op de valreep bij de Albert Heijn in mijn handen gestopt. Even vroeg ik me af: is dat omdat ze zo graag van die kaartjes af willen? Of omdat ik zo’n goede vaste klant ben en ze me op die manier willen bedanken?

Ik zweef weg in het idee van het laatste, dat voelt namelijk zo goed: ze zien me graag!
    Tot maandag dan maar weer Sylvia. Geen zorgen, ik sta dan weer met beide benen op de grond!



Confetti

We hebben een winnaar!
    Jessica, je bent een topper en duidelijk de perfecte volger van mijn blog. Alleen al daarom klinkt mijn applaus.

Wij kennen in huize Van Valen een kort applaus.
    Hier volgt de werkwijze - doe gerust mee: spreid je handen op buikhoogte 60 centimeter uit elkaar. Breng ze vervolgens eenmalig, ja echt één keer, naar elkaar toe met een redelijk vaartje zodat ze tegen elkaar slaan. Je hoort één klap.
    Dat is ‘m, een kort applaus.
 
Natuurlijk is deze veel te kort voor jou, daarom klinkt nu mijn groot applaus. Dat is een kort applaus in een loop. Hij gaat maar door-en-door. Doen jullie mee en ja, we gaan er bij staan! Dat verdient Jessica. Zij is de enige met de juiste antwoorden op de quiz in mijn vorige blog.
    Ik citeer mezelf:
Kijk jij even dit geweldig leuke flimpje over verschillende uitpaktypes. Bedenk daarbij welke uitpaktype ik ben en welke ik zou willen zijn. Deel mijn blog, deel je uitkomst en wie het goed heeft krijgt een verrassing thuisgestuurd.

Jessica, jij voldeed aan alles; las mijn blog, bekeek het filmpje, leuk is die hè?
    Vervolgens bedacht je welk type ik ben, het blije kind. Hoe kan het ook anders? Bij het wakker worden ontdek ik allereerste een ochtendhumeurtje in mij, maar na mijn bakkie ontpopt elke dag weer het blije kind in mij. Ik zie bij jou trouwens evengoed altijd een grote glimlach. Hou die vast, hij staat je mooi.

Zie ik dan iemand met een pakje voor de deur staan, spring ik blij op om bij het ontvangen van het pakketje bijna een gat in het pakje te springen en weet niet hoe snel ik ‘m moet openen. Zelfs als ik weet wat er in zit (bijvoorbeeld de gerepareerde stofzuiger), ben ik reuze blij.

Op de vervolg vraag antwoordde jij dat ik de Jedi zou willen zijn. Waarop ik vroeg:
    ‘Hoe kom je daar nou bij?’
    ‘Dat moet gewoonweg zo moest zijn.’ Het was wat ik wilde horen, want vertelde je vervolgens: ‘Als lezer van al je blogs, las ik regelmatig over The Force en Starwars.’ Gelijk heb je, zelfs R2D2 en C3PO zijn way back voorbij geschreven.

Je bent een goede lezer. Ik moet oppassen met jou, want je zou maar zo een akelig realistisch beeld van me krijgen ondanks de hoge zottigheidsgraad. Heb ik één vraag aan jou: welk type ben jij en wil jij zijn?

Ondertussen heb je jouw beloning ontvangen. Mijn dag kon niet meer verwaaien toen je me foto’s stuurde van je ‘feestje’ en daarmee de titel voor deze blog bepaalde!
    Confetti, van het woord alleen al word ik blij. Eigenlijk wilde ik de vorige blog zo noemen, maar COOLBLUE leek me geschikter als (zoek)woord.

Laten we eerlijk zijn Jessica, die envelop vol confetti kon je verwachten! De twee lollies waren voor de lekker en ik vier mee, want je deelde mijn blog. Tof van je.

Leuke bijzaak: Jessica heeft de envelop geopend tijdens een paar daagjes weg met haar man. Ik zei nog:
    ‘Strooien die hap en stuur een foto van jou in de confetti.’
    ‘Maar wat zullen ze in dit hotel dan denken?’
    ‘Geen idee, maar als jij uitlegt hoe en wat, even mijn blog noemt, dan snappen ze het heus wel et voilà, iedereen blij! Ik een paar lezers extra, jij je overwinningsfeestje en het hotel de rommel. Goede verdeling toch? Weet je wat je sowieso echt moet doen?’
    ‘Nee, wat?’
    ‘Nog een paar dagen je mond houden! Tot ik deze winactie met de volgende blog sluit!’

Dus mensen bij deze: de winactie is voorbij.
    Dit blije kind forced een eind aan deze blog met één heel toepasselijke grote confet!