zondag 13 juli 2014

Afgedankt!



    ‘Benjamin, ga je straks mee fietsen?’ klinkt Marcel uitnodigend tijdens het avondeten.
    ‘Dat vind ik nog eens een goed plan.’ Even alleen thuis zijn lonkt nu ik alweer een paar weken bijna constant leven om me heen heb. Leuk voor de kinderen deze laatste schoolweken, maar voor mij is het einde me-time. Daarbij is onze jongen een enorme binnenzitter. Erger nog: een achter-de-computer-binnenzitter. Daarom vind ik het een prima idee dat hij even gaat luchten.
    ‘Jij gaat niet mee!’ klinkt er bijna streng achteraan tegen mij.
    ‘Schatje, na onze fietstocht van vrijdagavond wil ik niet eens mee.’
    Benjamin fronst zijn wenkbrauwen en krabt zich op zijn hoofd. Ik moet hem (en daarbij jou) even wat uitleggen.

Marcel en ik hebben vrijdagavond een fietstocht gemaakt van ruim 21 kilometer. Eigenlijk fietste ik 21,22 kilometer en gok ik dat Marcel rond de 20 kilometer fietste. Hoe dan ook hebben we genoten. Niet alleen omdat fietsen zo heerlijk is, maar vooral omdat we getweeën onderweg waren. De kinderen willen steeds vaker niet mee. Soms vind ik dat jammer, maar nu was het oké. Even genieten van we-time.

Waarom meneer minder kilometers maakte? Nou, hij fietst net als zoonlief graag off-road. Ik begrijp niet waarom. Je zou denken dat ze hun les geleerd hebben, nadat iemand door off-road fratsen in het ziekenhuis belandde. Ervan leren? Nee dus. Mannen moeten voelen of weten niet wie van wie moet leren? Sufferds!

Daar gaat mijn man: het fietspad af, het trottoir op, de berm in. Hij wil een grote bocht afsnijden, en doet dat al stuiterend, bonkend, schuddend en rammelend over ruige grond. Het is een enorm contrast met mij. Ik fiets braaf en netjes, lustig fluitend over het fietspad, daar is ie toch voor? Even verderop staat meneer ongeduldig met de graspollen om de oren. Trots op het stuk dat hij heeft afgesneden en kijkt ongedurig over zijn schouders naar mij. Ik ga dus echt geen moeite doen om hem snel in te halen. Hij wacht maar even.

Hem naderend, check ik of alles nog goed zit aan mijn man en zijn fiets. Ik zie geen schrammetjes en hoor geen extra gerammel.
    ‘Blijkbaar is alles goed gegaan’, zeg ik opgelucht.
    ‘Natuurlijk!’, zegt hij stralend. Hij blijft een jochie. ‘Zo gaat een fietstocht met Benjamin de hele weg. Dan gaan we alleen maar over het gras en alles wat vooral niet geasfalteerd is. Moet je ook eens doen.’
    ‘Ik dacht het niet. Ik en mijn fiets komen liever heelhuids thuis. Ik ben toch geen milkshake? Je zal zien dat juist ik bij zulke kunsten van mijn fiets val.’ Mij is ondertussen meer dan duidelijk waarom de fiets van mijn jongste om de haverklap stuk is.
    ‘Fietsen met Benjamin is ook eigenlijk gewoon leuker’, zegt mijn lieverdje al fietsend.
    ‘Leuker dan met mij?’ Ik ben beledigd en wil rechtsomkeert maken. Laat die man van mijn maar lekker met zoonlief karren. Ik ben weg, ga zielig in mijn hoekje zitten. Afgedankt!

Dat ‘fietsen met Benjamin is ook eigenlijk gewoon leuker’, klinkt haast als een echo. Ik ga even een weekend of drie terug in de tijd. We waren met z’n vieren aan het kanoën. Echt leuk! De mannen hadden het eerder met z’n tweeën gedaan en waren er zó enthousiast over, dat Celine en ik eens mee moesten. Zo belandden ook wij in de kano en gingen door verschillende grachten en waterwegen in Utrecht. Het genieten was meer dan compleet tot de kras op de plaat.
    ‘Met papa kanoën, was leuker dan nu met z’n allen.’ Opperde de kleine kerel. Marcel waagde het dit te beamen ook nog. Over tact gesproken. Het werd gewoon achteloos gezegd, alsof het geen pijn kon doen en dan nog bevestigd worden ook. Au!

Kanoën, fietsen… het is blijkbaar allemaal leuker zonder de lady’s. Het maakt me boos. Wat willen de mannen eigenlijk van me? Is het echt allemaal te doen om een dagelijks verzorgde lunchbox? Ik vul ze nog met liefde ook. Ik denk dat vrijdag de laatste keer was dat ik dat deed. Ben benieuwd of ze hun brood morgen wel zo lekker vinden.

Om maar vooral mijn verbolgenheid te verbergen, zeg ik bij het opstaan van tafel: ‘Weet je wat jongens? Gaan jullie maar lekker samen fietsen. Ik ga van de week gewoon met Celine op stap. Dat vind ik leuker zonder jullie.’
    Schrikt Marcel ineens op: ‘Oh nee, dit gaat me geld kosten!’